Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij, die [2]staat [3]in het huis des HEEREN, [4]in de voorhoven van het huis onzes Gods! 2. Dat is, dient. Zie hfdst.134 vs.1, en Deut.1:38. 3. Dat is, in den tabernakel, of in den tempel. Hij spreekt de priesters en Levieten, of ook het volk aan. 4. Aldus spreekt hij, omdat er twee voorhoven waren, het ene voor de priesters en Levieten, het andere voor het volk; 2 Kron.4:9.